BuBaO type 4

 

Het Buitengewoon Basisonderwijs (BuBaO) type 4 organiseert onderwijs  voor kinderen tussen 2,5 en 13 jaar (verlenging mogelijk tot max. 15 jaar) met een lichamelijke, (neuro-) motorische en eventueel bijkomende beperking.

 

 

                                  

 

 

 

KRACHTIGE LEER- EN LEEFOMGEVING

 

We geloven dat elk kind kan leren. Elk kind doet dit op zijn eigen tempo en volgens zijn eigen mogelijkheden. We willen dat kinderen groeien naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid, dat ze hun mogelijkheden volledig ontwikkelen, dat ze volwaardig deel uitmaken van onze samenleving en dat ze zich goed voelen. De nadruk ligt op wat je kind kan.

 

Reeds vanaf de kleuterklas voorzien we een onderwijsaanbod op maat voor elk kind. Vanaf de lagere school werken we met 3 leerwegen, elk met een specifiek leertraject. We bekijken steeds samen welke leerweg voor jouw kind het meest geschikt is.

 

Kleuters 

(2,5 - 6 jaar)

 

Kleuterwerking

 

Lagere school

(6 - 13 jaar)

 

Speelleerklas

Ervaringsleren

 

Totale ontplooiing met nadruk op invloed uitoefenen op de omgeving en functionele leeractiviteiten (meer info bij 'aanbod - ervaringsleren')

 

Leerweg 1

 

Totale ontplooiing met nadruk op de cognitieve ontwikkeling

Leerweg 2

 

Totale ontplooiing met nadruk op cognitieve ontplooiing én de functionele verwerkig

 

 

 

Kleuterwerking

De kleuters vormen een diverse groep. Aanbod en doelen worden elk jaar bepaald op basis van de klasgroep. We baseren ons op ervaringsgericht onderwijs. Welbevinden en betrokkenheid zijn de belangrijke pijlers in het stimuleren van de totale ontwikkeling.

 

Binnen de kleuterwerking spreken we van activiteiten:

  • Het dagelijkse kringgesprek
  • Een begeleide activiteit door de kleuterjuf (bv. een waarnemings- of knutselactiviteit)
  • Vrij spel in de verschillende hoeken • snoezelen, ...

De activiteiten staan in teken van acht ontwikkelingsdomeinen: grote en fijne motoriek, taal, ontdekken van de wereld, verstandelijke ontwikkeling, sociaal- en emotionele ontwikkeling, zelfsturing, muzische vorming en godsdienst. Bij sommige leerlingen beginnen we reeds met het stimuleren van leervoorwaarden.

 

Speelleerklas

Kinderen die na de kleuterklas nog niet voldoende schoolrijp zijn, komen in de speelleerklas terecht.

We werken intensief aan:

  • Het verder ontwikkelen van voorschoolse vaardigheden (aanvankelijk lezen, rekenen en schrijven)
  • De werkhouding
  • Sociaal-emotionele vaardigheden.

Het leren gebeurt op een speelse manier.

 

Leerweg 1

Leerweg 1 heeft een aanbod voor leerlingen met sterke cognitieve mogelijkheden. Ze krijgen dezelfde vakken als in het gewoon onderwijs:

  • Ontwikkeling van wiskundig denken
  • Oriëntatie op de wereld
  • Taal
  • Mediakundige ontwikkeling
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling
  • Lichamelijke ontwikkeling

Het verschil zit in:

  • Een aangepast tempo
  • Hulpmiddelen
  • Kleinere klasgroepen.

Leren leren komt in elke les aan bod. We werken met de leerlingen rond hun sterktes en werkpunten, het leren plannen en studeren. Om problemen oplossingsgericht aan te pakken, trachten we onze leerlingen een correcte (werk) houding aan te leren. Er is vanuit de leerkracht of therapeut geduld en tijd, tijdens het stap voor stap werken, voor het eigen initiatief van de leerling.

 

Leerweg 2

Leerweg 2 is er voor leerlingen met een motorische beperking in combinatie met een (matige) verstandelijke beperking en/of specifieke onderwijsbehoeften (bv. sociaal-emotioneel).

 

Vakken zoals taal en rekenen worden eveneens aangeboden, maar eerder op een functionele manier. De leerlingen leren kennis en vaardigheden aan om vervolgens de transfer te maken naar dagelijkse, realistische situaties. Om de leerstof ook echt te leren gebruiken, gaan we regelmatig op uitstap.

 

Ook in deze leerweg komt leren leren aan bod en is het belangrijk dat leerlingen gemotiveerd zijn om tot leren te komen. Met behulp van bijvoorbeeld een stappenplan, stimuleren we het zelfstandig verwerken van een eenvoudig probleem. Hiervoor verwoorden we doelstellingen in eenvoudige taal en maken we ze zinvol en haalbaar opdat onze leerlingen zich er ten volle voor kunnen inzetten.

 

 

 

MOTORISCHE ONTWIKKELING

 

Een (neuro-)motorische beperking kan zich op verschillende manieren en in verschillende gradaties uiten. Daarbij beïnvloedt de motorische beperking mogelijk de spraak, het leren, de zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Er is aldus een grote diversiteit binnen deze doelgroep.

 

In de school is er een ruime paramedische omkadering aanwezig:

  • Klasondersteunende of individuele vraaggestuurde therapie afgestemd op de individuele noden.
  • Een paramedisch verantwoordelijke om het paramedisch team te ondersteunen.
  • De nodige aandacht voor medische zorgbehoeften.
  • Orthopedische firma’s om de eventuele hulpmiddelen van uw kind verder op te volgen samen met de kinesitherapeut (o.a. rolstoel, sta-apparaat, kaywalker).
  • Medische expertise van artsen die verbonden zijn aan onze vzw.

Door de jarenlange ervaring hebben we heel wat expertise en kennis rond de motorische ontwikkeling en motorische beperkingen opgebouwd. Vanuit de kennis van de problematiek en van de impact ervan op het onderwijsleerproces, wordt er veel aandacht besteed aan ondersteuning en aangepaste hulpmiddelen:

  • Grote motoriek (o.a. zithouding, verplaatsing)
  • Fijnmotorische vaardigheden (o.a. schrijven, knippen, typen)
  • Schoolse vaardigheden (o.a. spraak-, taal- of rekenproblemen)
  • Zelfredzaamheid (o.a. eten, lichaamszorg, zelfstandig zijn)
  • Communicatie (ondersteunde communicatie/hulpmiddelen)